Citaat:
Dat is het ideaal maar zelfs het oplossen van vraagtekens zegt ook niet veel. Voor de leraren van de Boeddha was er ook zien.
De vraag 'wie/wat ben Ik?' hadden ze elk voor zichzelf opgelost. Ze hadden geen vraagtekens meer daarover.
En als leraren met die zekerheid hadden ze ook gezag, respect en een schare aan leerlingen die tot dezelfde realisatie van het Zelf wilden komen.
Maar ondertussen, de Boeddha had er wel vraagtekens bij, en later, na zijn volledige verlichting, begreep hij dat deze leraren verkeerd zien hadden, verkeerde visie.
|
In de zinssnede (indien dit zo van hen afkomstig is) 'hadden ze elk - voor zichzelf - opgelost' ligt al besloten dat realisatie niet kon zijn ingetreden.
Iedere verlichte, gerealiseerde (or whatever) bekend met Waarheid 'weet'. Dat 'weten' is geen gevoel of kennis of überhaupt uitdrukbaar in woorden, gespeend als het is van een persoonlijk zelf.
Het zien als zodanig wordt dan het 'directe zien' genoemd.