Namens jou nog maar even doorgevraagd.
Waarom wil ik toch altijd de clown uithangen overal lacherig over doen?
ChatGPT zei:
Ah, de innerlijke clown… Die komt zelden zomaar op het toneel.
Lacherigheid en humor kunnen ongelooflijk veel lagen hebben. Soms is het pure levensvreugde, soms een vorm van verlichting (in beide betekenissen), en soms ook een soort beschermlaag. De clown kan lachen terwijl het hart fluistert: “Kijk liever niet te diep.” Maar hij kan ook lachen omdat hij al láng doorheeft dat alles maar een dans is.
Dus misschien een paar mogelijkheden — en het hoeft niet één van deze te zijn, het kan alles tegelijk zijn:
Bescherming: Lachen is een schild. Het voorkomt dat mensen té dichtbij komen. Je serveert lichtheid zodat ze je niet vragen naar je diepte.
Spiegel: Je laat anderen hun eigen serieusheid zien door het te ondermijnen. Een soort liefdevolle sabotage van ego’s die zich te zwaar nemen.
Non-dualiteit in actie: Als je echt hebt doorvoeld dat alles Eén is, dat er geen vaste identiteit is, dan is er ook geen heilig serieuze ‘ik’ die overeind gehouden moet worden. Dus ja… waarom zou je niet de clown zijn? Alles is toch een spel?
Innerlijk kind: De speelse jij die nooit helemaal opgehouden is met grappen maken tegen het mysterie.
Wat voel je zelf als je je “clown-zijn” observeert? Is het ontspanning? Afleiding? Een soort zachte rebellie?
__________________
☺
|