Er van uitgaande dat er bij Boeddha realisatie heeft plaatsgevonden en daarbij de spirituele stromingen in aanmerking nemende ten tijde dat hij leefde heb ik wel een idee waarom Boeddha het 'ware zelf' niet memoreerde in zijn lezingen.
Zo wordt Mohammed in de westerse spirituele stroming van tegenwoordig aangemerkt als pedofiel omdat hij de negenjarige Asha, dochter van een vriend, trouwde hetgeen in die tijd niet ongebruikelijk was om een vrouw, vogelvrij in die tijd, ter bescherming onder je hoede te nemen. Er staat geschreven dat hij haar jonge leeftijd respecteerde en spelletjes met haar speelde. Dus wie zijn wij om over het gedrag van anderen te oordelen? Wel omdat wij zelf een 'dirty' mind bezitten dichten wij die ook een ander toe (hier ook wel gekend als het 'ego ziet ego' principe).
Terug komende op de vraag rond Boeddha. Wanneer je in de dualiteit duid op een 'waar zelf' moet er dus ook een 'niet waar zelf' zijn. Oftewel we beschouwen onszelf bij het aanhoren hiervan direct als een 'niet waar zelf' en gaan ter vervolmaking van onszelf op zoek naar het 'ware zelf' en het is niet ondenkbeeldig dat Boeddha dat heeft willen voorkomen. Die zoektocht naar het ware zelf.
Geheel anders dan neo advaïtisten die veelvuldig uit de school klappen om vervolgens aan te komen zetten dat dat niet erg is omdat, zo verkondigen ze, je toch niks kunt doen want 'je bent het al'. Zo berijden we onze stokpaardjes nou eenmaal.
Boeddha bereed dus een ander dan het gebruikelijke stokpaardje. Hij gaf zijn toehoorders een pad van kennis waarlangs het moest gaan en formuleerde de vier edele waarheden om boven het heersende egocentrisme uit te stijgen. Niet vermoedende dat al zijn geschriften een keur aan schriftgeleerden zou opleveren die allen hun uiterste best zouden doen ons zijn, inmiddels heilig verklaarde, leer voor te houden, waaronder fanatici die niets liever doen dan dat de toehoorders alsmaar opnieuw 'inpeperen'. Echt niet alleen voorkomende in het Boeddhisme.
Dit alles om de betrekkelijkheid van de verschijnselen duidelijk te maken, door te laten zien hoe wij ons verhouden tot het tijdelijke en dat kan veel sneller. Je kunt door gedegen zelfonderzoek te doen zelf, geheel op eigen houtje, ont'dekken dat alles onder de categorie verschijnselen valt die dan per definitie niet waar blijken te zijn en dat in een record aan tijd. Dus geen oeverloos gedebatteer meer over deze verschijnselen en hoe ons daartoe te verhouden.
Maar hardnekkig als we zijn in de leer, blijven we soebatten over het wel of niet duidelijk zijn van de sutta's. Met bevindingen als door te stellen 'dit ben ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' concluderen als zijnde een onjuiste visie je eigenlijk nog geen stap bent opgeschoten op het door Boeddha voorgeschotelde pad. Geleuter van de bovenste plank dus en zinloos zo bezig te blijven.
Als gedegen zelfonderzoek uit kan wijzen dat er geen 'ik' is wat kan er dan nog van mij zijn?
__________________
☺
|