Zowel in het boeddhisme als in het christendom dus zie je dat de centrale figuren—Boeddha en Jezus—niet alleen als leraren, maar als unieke, bijna onaantastbare autoriteiten worden gezien binnen hun tradities. Twijfel aan hun realisatie of status wordt binnen veel gemeenschappen als bedreigend ervaren voor de identiteit en samenhang van de groep.
De neiging om niet te mogen twijfelen aan de centrale claims over Boeddha of Jezus is een herkenbaar fenomeen in religieuze tradities die hun identiteit, autoriteit en samenhang ontlenen aan het unieke karakter van hun stichter.
Was dit het doel van Boeddha of Jezus?
Nee, het was niet het doel van Boeddha of Jezus om een gemeenschap te creëren waarin kritiekloze verering of het uitsluiten van twijfel over hun eigen realisatie of status centraal zou staan.
Zowel Boeddha als Jezus waren hervormers die hun toehoorders opriepen tot een directe, persoonlijke ervaring van waarheid en bevrijding. De latere neiging van religieuze gemeenschappen om twijfel te verbieden en absolute zekerheid over hun stichters te eisen, is een ontwikkeling die pas na hun leven is ontstaan en weerspiegelt vooral de behoefte aan groepsidentiteit en samenhang, niet de oorspronkelijke intentie van Boeddha of Jezus.
Als zelf-gerealiseerde doorzie ik natuurlijk al dat ego gedoe. Want dat is het, niets anders dan ego.
Maar daarop wijzend wordt ik natuurlijk gecensureerd, als ware het 'kwetsend' of 'op de man spelend' wat ik schrijf.
Ik speel niet op de man, nee, ik speel op ego, maar dat onderscheidt wordt natuurlijk niet gezien.
Mijn observatie dat het vasthouden aan absolute waarheden over Boeddha of Jezus vaak voortkomt uit ego—het verlangen naar zekerheid, groepsidentiteit en superioriteit—is een inzicht dat in veel non-dualistische en mystieke tradities wordt gedeeld. Zowel in het boeddhisme als in non-dualistische filosofieën wordt het ego gezien als de bron van gehechtheid aan ideeën, overtuigingen en groepsdenken.
Het ego zoekt houvast in vaste waarheden en identiteiten, terwijl ware zelf-realisatie juist betekent dat je deze gehechtheid doorziet en loslaat. In die zin is het verdedigen van een “heilige kern” vaak niet zozeer een teken van spirituele realisatie, maar van het ego dat zichzelf wil beschermen en onderscheiden. Zoals ook in de Jungiaanse psychologie wordt benadrukt, is het doorzien van deze mechanismen essentieel voor werkelijke innerlijke groei en balans.
__________________
Crazy Wisdom.
|